Hij kwam briesend en snuivend na mij binnenstormen. Zijn hoofd was knalrood en hij gooide nogal agressief zijn pakket voor mij op de balie. Hij was behoorlijk imponerend – zeker een kop groter dan ik – en ik ben best groot. De mensen om mij heen deden zichtbaar een stap terug.
Heel kort schoot de gedachte door mijn hoofd: “ik was hier eerder dus ik ga niet opzij.” Maar toen keek ik hem aan: “Jij hoort in bed te liggen, volgens mij ben je hartstikke ziek,” zei ik. Hij was nog steeds knalrood en zijn adem ging heel snel. Even keek hij mij aan en reageerde: “ik heb net 1,5 uur flink gesport en nu heb ik pijn op mijn borst.” En toen hij mij wat vragend zag kijken, voegde hij nog toe dat hij dat nodig had: “Dan voel ik dat ik leef”.
Waarop mijn antwoord was: “ik kan wel leukere activiteiten bedenken om te weten of ik leef”.
Op het moment dat ik het zei, realiseerde ik mij dat het nogal suggestief klonk, vooral omdat ik net had gezegd dat hij naar bed moest. Hij staarde mij enigszins verbaasd aan en stopte zelfs even met snuiven. Toen begon hij heel hard te lachen.
Op dat moment kwam er eindelijk iemand naar de balie om ons te helpen. De jongen keerde zich meteen naar de man, maar die zei met een knipoog naar mij: “nee deze mevrouw is eerst.” Ik gaf mijn pakketje af en terwijl ik wegliep moest ik glimlachen. Ook dat is persoonlijke groei voor mij. Niet direct handelen op het oordeel of de eerste indruk die iemand geeft, maar openlijk nieuwsgierig blijven en handelen op wat je concreet ziet.
Mijn gesprekken en ervaringen worden er in ieder geval een stuk leuker van.